Nazcalijnen en Chauchilla

17 januari 2018 - Nazca, Peru

De Nazcalijnen behoren tot de grootste mysteries van Zuid-Amerika en bestaan uit een aantal unieke dierenfiguren en geometrische vormen van soms wel 200 meter lengte, die over een oppervlak van vijfhonderd vierkante kilometer in de woestijnbodem van de Pampa de San José, of simpel gezegd de Nazcavlakte, getekend zijn. De lijnen en tekeningen op de vlakte, zelfs de meest ingewikkelde motieven zoals de spinaap of de kolibri, zijn allemaal in één doorlopende lijn getekend, en meestal gemaakt door de bosjes en harde stenen weg te halen om het fijne zand eronder bloot te leggen.
Het was misschien een landbouwkalender voor het planten en oogsten, terwijl sommige rechte lijnen misschien dienden als heilige paden tussen huacas, of energiepunten. Er bestaan vele theorieën over deze lijnen en welke jouw voorkeur ook heeft, de Nazcalijnen behoren tot de vreemdste en onvergetelijkste bezienswaardigheden van het land. De beste manier om ervan te genieten is door eroverheen te vliegen (vanaf de grond kun je ze namelijk niet zien) en dat is precies wat wij gedaan hebben. In een klein vliegtuigje met twee piloten hebben we een rondvlucht gemaakt van ongeveer 30-45 minuten. De kans op turbulentie en veel heen en weer gewiebel om de lijnen goed vanuit je raam te kunnen zien is groot en er werd ons dan ook aangeraden om bij het ontbijt niet teveel te eten… Bij de meesten van ons ging alles prima, maar Annelies en ik werden helaas erg misselijk door deze vlucht (ondanks pilletjes tegen reisziekte te hebben ingenomen).

Theorieën over de Nazcalijnen

De Nazcalijnen zijn onmiskenbaar een van de grootste archeologische mysteries ter wereld en trekken jaarlijks vele duizenden mensen naar de zuidkust van Peru. De grootste expert op het gebied van de enorme tekeningen was Maria Reiche, die in de jaren dertig vanuit nazi-Duitsland naar Peru vluchtte en van 1946 tot aan haar dood in 1998 aan de lijnen werkte. Mede door haar Amerikaanse collega-onderzoeker Paul Kosok dacht ze dat de lijnen een astronomische kalender vormden die verband hield met de opkomst en ondergang van hemellichamen aan de oostelijke en westelijke horizon. Het hele complex was in haar ogen ontworpen om het zaaien en oogsten van gewassen op de seizoenen, in plaats van op de veranderende weersomstandigheden af te stemmen. Als bepaalde sterren in lijn stonden met bepaalde lijnen, figuren of dieren, was dat een signaal om te zaaien, dat er regen kwam, dat de zomer begon of afgelopen was, of dat het tijd was om te oogsten. Het gaf de hogerepriesters die de kalender konden lezen bovendien een zekere macht over het doen en laten van het gewone volk.

Sommige mensen dichten de Nazcalijnen ook een sociale functie toe. Toribo Mejí a Xesspe, de Peruaanse archeoloog die de lijnen in 1927 ‘ontdekte’, dacht dat het patronen waren voor rituele wandelingen of dansen. De archeoloog Johan Reinhard borduurde voort op hedendaags antropologisch onderzoek naar de betekenis van soortgelijke lijnen en kwam erachter dat moderne bergvolken nog altijd bergen en bronnen als belangrijke goden aanbidden. In 2000 publiceerde een van de meest toonaangevende archeo-astronomen ter wereld, dr. Anthony Aveni, zijn ideeën na tien jaar werk aan de Nazcalijnen. Hij kwam tot de conclusie dat ten minste een aantal van de lijnen rituele routes waren en als een soort labyrint gebruikt werden om bewustzijnsveranderingen te ondergaan, maar ook om water te verkrijgen. Een statistisch significant aantal lijnen wijst naar een punt aan de horizon waar tijdens het regenseizoen de zon opkwam, wat er volgens archeologen zoals Aveni op duidde dat ze bedoeld zouden kunnen zijn om regengoden gunstig te stemmen.
In 2003 tilde David Johnson van de universiteit van Massachusetts Aveni’s theorie naar een hoger plan door met bewijzen te komen dat de oude Nazca de woestijn in kaart brachten en het oppervlak markeerden op punten waar water in de grond zat. Zijn werk suggereerde dat er grote ondergrondse rivieren onder de pampa liepen, waar sommige van de figuren verband mee hielden en dat het dus een soort enorme kaart was van wat er zich onder de grond afspeelde. En zo bestaan er nog andere theorieën dat de lijnen aangebracht waren als landingsbaan voor ruimteschepen of dat ze door aliens gemaakt zouden zijn. Ach ja, wie heeft het bij het rechte eind?

Begraafplaats van Chauchilla

Verder zijn we in de middag naar de begraafplaats van Chauchilla geweest wat ongeveer 27 km ten zuidoosten van Nazca ligt. Eenmaal op de locatie aangekomen realiseer je je hoe hoogontwikkeld het volk moet zijn geweest dat hier ten tijde van de Nazca-cultuur de rivieroever onderhield. Het woestijnlandschap loopt langzaam af naar een kleine rivier met plukjes huarango-bomen aan de noordzijde. Aan de zuidkant staan een paar verweerde adoben piramiden, die nog amper zichtbaar zijn. Verspreid over het stoffige terrein liggen letterlijk duizenden door grafrovers geopende graven. Behalve veel potscherven, lappen stof en strengen gevlochten haar zijn ook schedels en beenderen open en bloot in het veld achtergelaten. Wij waren wel enorm verbaasd dat de Peruaanse overheid deze begraafplaats niet beter beschermt tegen weer/wind en grafrovers. Hier hebben we wat over gezegd tegen onze gids en in het gastenboek geschreven.

Foto’s