Vele archeologische schatten rond Trujillo

11 januari 2018 - Trujillo, Peru

Met de chice nachtbus ‘Cruz del Sur’ zijn we van Lima naar Trujillo gegaan. Ideaal, want je slaapt in de bus en je verliest dus geen kostbare tijd met reizen omdat je ogen toch dicht zijn. Je komt dan uitgerust aan in de ochtend en kan meteen verder met je reisprogramma, wel zo handig!

Trujillo is een mooie stad met veel koloniale architectuur, waarbij statige panden met duidelijke Spaanse invloeden te vinden zijn in de meest vrolijke kleuren. Wij hebben de stad eigenlijk alleen goed kunnen bekijken in de avond, dus toen was het al donker (maar desalniettemin erg mooi, gezellig en bruisend). Overdag zijn we naar de belangrijke archeologische vindplaatsen Huacas del Sol y de la Luna geweest plus de adobestad Chan Chan. Lunch hebben we genuttigd aan het strand in Huanchaco, een typisch vissersdorp.

Ongeveer 5 km ten zuiden van Trujillo, in een dor woestijnlandschap, liggen aan de oever van de Rio Moche twee tempels die het oude Peru werkelijk tot leven wekken. De vindplaatsen, de Huacas del Moche, zijn in een dag te bezoeken en zijn zeer de moeite waard ook als je slechts oppervlakkig geïnteresseerd in archeologie of de oude Peruaanse beschavingen bent. De fantastische Huaca del Sol (Zonnetempel) is het grootste adoben bouwwerk van Noord- en Zuid-Amerika en veruit de indrukwekkendste piramide aan de Peruaanse kust. De Huaca de la Luna (Maantempel) is kleiner, maar ingewikkelder en van fraaie schilderingen voorzien. Men vermoedt dat dit complex de kern vormde – het belangrijkste ceremoniële en stedelijke centrum- van de Moche cultuur, die haar hoogtepunt kende tussen 400 en 600 AD. Hoewel de plaats vooral in verband wordt gebracht met de Moche cultuur (100 – 600 AD) is er bewijs dat het gebied eerder werd bewoond en wel zo’n 2.000 jaar geleden, tijdens de Salinar- en Gallinazo cultuur, wat blijkt uit bebouwing onder de huacas.
Het complex werd ook na de ineenstorting van de Moche cultuur gebruikt, wat blijkt uit aangetroffen Wari-, Chimu- en Inca-offers.

Huaca del Sol

De Huaca del Sol is een tempel die rond 500 AD werd gebouwd door de Mochica en sterk verweerd is, heeft piramidewanden die met een scherpe hoek van 77 graden tegen de horizon staan. Het is een enorme constructie, maar wat nu is te zien vormt slechts zo’n 30 procent van het oorspronkelijke gebouw. Op het onderste niveau staat de verwoeste basis van een vierzijdige, trapvormige piramide, met een ceremonieel terras dat 50 meter boven de woestijn ligt. Vanaf dit terras is duidelijk te zien hoe de Spanjaarden in 1602 de loop van de Rio Moche verlegden om zo de huaca bloot te eroderen en schatten te vinden. Ze wisten met succes een flink deel van de tempel weg te spoelen, maar vonden op enige adoben stenen na niets waardevols.

De schattingen lopen uiteen, maar men gaat ervan uit dat er bij de bouw tussen de 50 en 140 miljoen adobeblokken zijn gebruikt, die stuk voor stuk gemarkeerd waren met een voor de maker kenmerkend teken. Het moet een enorme organisatie hebben gevergd om het bouwwerk te voltooien (waarschijnlijk rond de 200.000 arbeiders).

Huaca de la Luna

Aan de voet van de Cerro Blanco, ongeveer 500 meter van de Huaca del Sol staat nog een gebouw van de Mochica, de Huaca de la Luna. Het is in dezelfde tijd gebouwd als de Huaca del Sol.
Dit is in zes eeuwen gebouwd en bevatte onder meer een doolhof van met elkaar verbonden patio’s, waarvan sommigen overdekt waren en fraai versierd met beschilderde friezen. Deze friezen zijn het mooiste onderdeel van de vindplaats: ze zijn ruitvormig en worden gekenmerkt door een mensachtig gezicht met daaromheen symbolen die natuurgeesten voorstellen, zoals de rog (symbool van het water), de pelikaan (de lucht) en de slang (de aarde). De katachtige hoektanden en de angstige blik in de ogen zijn stijlkenmerken die hun oorsprong kennen in de vroege Chavín-cultus en doen denken aan de Moche god Ai-Apaec, die heerst over leven en dood. Hij was de god die de mensenwereld onder controle hield en is regelmatig in verband gebracht met mensenoffers. In 1995 vonden archeologen 42 skeletten van geofferde mensen. Sedimenten die in hun graf werden aangetroffen wijzen erop dat deze offers plaatsvonden tijdens een El Niño-achtig weertype, dat de economische en politieke stabiliteit van de natie kan hebben bedreigd. Aardewerk dat werd opgegraven op de grote begraafplaats tussen de twee huacas en het terrein aan de voet van de Cerro Blanco toont aan dat dit een oord was waar de dodencultus werd bedreven. Het feit dat de tempel aan de voet van de heilige Cerro Blanco werd gebouwd en dat rotsuitstulpingen in een van de patio’s deel uitmaken van het bouwwerk, doen vermoeden dat hier tevens de apus werden vereerd – de berggeesten.

Chan Chan

Later in de middag hebben we de stad Chan Chan bezocht. Dit was de hoofdstad van het Chimu-rijk, een stedelijke beschaving die zich rond 1100 AD langs de Peruaanse kust ontwikkelde. De Chimu-steden en dorpen in het gebied strekken zich uit van Tumbes in het noorden tot Paramonga in het zuiden. De steden waren met zorg opgebouwd en bestonden uit grote bouwwerken met platte daken voor de welgestelden en fraai versierde adoben tempelpiramiden. De Chimu produceerden grote hoeveelheden kunstnijverheid, vooral aardewerk. De Chimu, die door de Inca’s werden beschouwd als goede goudsmeden, versierden hun tempels met goud en onderhielden paleistuinen waar zelfs de planten en dieren waren gemaakt van edelmetalen. De stadsmuren werden beschilderd in felle kleuren.

De bouwstijl en reliëfversieringen worden wel in verband gebracht met het feit dat de Mochica (die deze vallei een aantal eeuwen eerder dan de Chimu bewoonden) vanuit Midden-Amerika hiernaartoe verhuisden en kennis en ideeën meebrachten uit een verder gevorderde beschaving, zoals die van de Maya’s. Op hun beurt namen de Chimu ideeën en technieken over van eerdere culturen langs de kust, waaronder de Mochica. In de woestijn was de beschikbaarheid van water essentieel voor de ontwikkeling van een stedelijke beschaving als die van Chan Chan: water uit de Rio Moche en via een ingewikkeld systeem van kanalen en aquaducten uit de nabijgelegen Chicama-vallei. Chan Chan is een van de wereldwonderen en was op zijn hoogtepunt een van de grootste steden in precolumbiaans Amerika. Rond 1450 strekte het Chimu-rijk zich uit van de Rio Zarumilla in het noorden tot de Rio Chancay in het zuiden en besloeg ongeveer 40.000 km2 en was Chan Chan het centrum van een reeks provinciale steden. Tussen 1460 en 1480 werden die echter geleidelijk ingelijfd bij het Incarijk.

Foto’s

4 Reacties

  1. Patricia Boertee:
    23 mei 2021
    Wat een rijke historie hè, heel interessant en wederom leuke foto’s. Mooie herinneringen! Xxx
  2. Pauline Stokvis:
    23 mei 2021
    Alles komt weer boven Mies! Geweldig beschreven 🙏🤗. Had je nog aantekeningen? Of heb je opnieuw dingen opgezocht?
  3. Michelle:
    25 mei 2021
    Dankjewel Pau! Het is een combinatie van het reisschema nog hebben, foto's bekijken, reisgidsen doornemen en info daarvan gebruiken en eigen herinneringen ophalen :-) Die combinatie werkt wonderwel!
  4. Pauline Stokvis:
    26 mei 2021
    Echt leuk Mies! Goed bezig; ik denk een goede afleiding;):)? Liefs